·85·
Superkernbrandstof?
Puller keek Cole aan. Ditmaal wilde ze niet naar hem terugkijken, maar dwaalde haar blik af naar de vloer.
Puller zei: ‘Meneer Larrimore, ik heb een vel papier gevonden in een brandweergebouw in de buurt van het complex van Drake.’
‘Ik ken dat brandweergebouw goed. We hebben een paar incidenten gehad waarvoor we die kerels nodig hadden.’
‘Op het vel papier zijn de getallen tweeënnegentig en vierennegentig geschreven.’
‘De atoomnummers van uranium en plutonium.’
‘Ja. Maar de gasdiffusiemethode wordt alleen gebruikt om uranium te verrijken,’ zei Puller. ‘Je kunt geen gasdiffusie gebruiken voor plutonium. Dan werk je met kweekreactors.’
‘Dat klopt. Ze vangen een neutron op om tot P-239 te komen.’
‘Maar als beide atoomnummers op dat papier stonden, wil dat zeggen...’
‘We gebruikten in Drake zowel plutonium als uranium.’
‘Waarom?’
‘Zoals ik al zei, probeerden we een superkernbrandstof voor wapens te maken. We wisten niet of het zou werken of niet. We waren van plan uranium en plutonium voor een nieuw soort bom te gebruiken. We jongleerden met combinaties en concentraties van beide stoffen om na te gaan welke configuratie de grootste knal opleverde. In termen van leken: we zochten naar een soort hybride van de kanon- en implosiemethode, als u me kunt volgen.’
‘Maar ik heb me laten vertellen dat de kanonmethode erg inefficiënt was en dat je daar geen plutonium voor kon gebruiken.’
‘Dat waren de obstakels die wij probeerden te overwinnen. We probeerden de communisten in hun eigen spel te verslaan. En in dat spel draaide het om het bereik van de explosie.’
‘Maar u zei dat ze het hebben verprutst?’
‘Nou, laten we zeggen dat de wetenschap en ontwerplogica tekortkomingen vertoonden. Het kwam erop neer dat het niet werkte. Dat was de reden dat het complex dichtging.’
‘Maar als ze het complex sloten, zouden ze dat nucleaire materiaal toch hebben meegenomen?’
‘Uit het feit dat ze het met beton van een meter dik hebben overkoepeld leid ik af dat ze dat niet hebben gedaan.’
‘Maar waarom zouden ze zoiets dodelijks achterlaten?’
Larrimore wachtte even met zijn antwoord. ‘Daar kan ik alleen maar naar raden.’
‘Doet u dat,’ zei Puller.
‘Waarschijnlijk waren ze bang dat het in hun eigen gezicht zou ontploffen en een groot deel van het land zou bestralen. Ik kan niet zeggen dat ik erg verbaasd was toen u zei dat ze er een betonnen koepel overheen hebben gebouwd. Eerlijk gezegd dekten ze in die tijd een heleboel dingen af. Ze lieten het staan waar het was. Dat zullen ze wel veiliger hebben gevonden dan te proberen het te vervoeren. Waarschijnlijk bent u te jong om u dat te herinneren, maar in die tijd zijn er een paar incidenten geweest die het hele land de stuipen op het lijf hebben gejaagd. Een B-52 met een waterstofbom op een van zijn vleugels stortte ergens in Kansas neer. De bom ontplofte natuurlijk niet door de klap, want zo werken atoomwapens niet. En dan hadden we nog de plutoniumtrein.’
‘Plutoniumtrein?’
‘Ja, het leger wilde een deel van zijn plutoniumvoorraad van A naar B vervoeren. Dwars door het land. Die trein reed door grote steden. Er gebeurde niets, maar de media kregen lucht van zowel het vliegtuig als de trein. Het leger kwam in het nauw. Er waren hoorzittingen op Capitol Hill en sommige kerels raakten hun sterren kwijt. Kunt u zich voorstellen hoe dat tegenwoordig zou gaan, met onze nieuwscyclus van vierentwintig uur? Hoe dan ook, dat zat bij iedereen toen nog vers in het geheugen, vooral bij de generaals. En dus zullen ze wel hebben gezegd: “Laat het maar mooi liggen waar het ligt.”’
‘En het lag op een afgelegen plaats, met niet veel mensen in de buurt.’
‘Het was niet mijn beslissing. Ik zou het anders hebben gedaan.’
‘Je zou toch denken dat iemand erop terug zou komen.’
‘Dat hoeft niet. Als je daar nu naartoe gaat en er iets aan doet, krijgen de media er lucht van. En dan moet de overheid het allemaal uitleggen. En misschien zijn ze bang dat als ze die koepel openmaken ze iets aantreffen waar ze niet blij mee zijn.’
‘Het is vijftig jaar geleden,’ zei Puller. ‘Denkt u dat het spul, als het daar is, nog steeds gevaarlijk is?’
‘Plutonium-236 heeft een halfwaardetijd van vierentwintigduizend jaar. Ik zou dus zeggen dat het nog lang niet veilig is.’
Puller haalde diep adem en keek Cole aan. ‘Hoeveel ligt daar nog?’
‘Dat kan ik u niet met zekerheid vertellen. Als ze de gebruikelijke voorraad aanhielden, en als dat op de een of andere manier het complex uit komt, kan dat een ontzaglijk veel grotere ramp worden dan wat wij met de Japanners hebben gedaan. Ik kan u dit vertellen: degenen die de beslissing hebben genomen om het daar achter te laten, horen achter de tralies thuis. Alleen zijn ze nu waarschijnlijk allemaal al dood.’
‘Hebben zij even geluk,’ merkte Puller op.
Larrimore zei: ‘Wat gaat u nu doen?’
‘We moeten in die koepel komen. Hebt u ideeën?’
Cole tikte hem op zijn arm en vormde met haar lippen: ‘Mijngang.’
Hij schudde zijn hoofd en keek weer naar de telefoon. ‘Ideeën?’ vroeg hij opnieuw.
‘Drie meter beton, jongeman. Hebt u een pneumatische hamerboor?’
‘We moeten het stiekem doen.’
Puller hoorde dat Larrimore een paar keer diep ademhaalde.
‘Denkt u dat iemand...?’ Zijn stem stierf weg.
‘Daar moeten we rekening mee houden, nietwaar? U bent daar waarschijnlijk goed bekend. Alles wat u kunt bedenken, zou meer zijn dan wat we op dit moment hebben.’
‘Kunt u langs de rand graven?’
‘Er zijn ijzeren staken die verder naar buiten gaan dan waar ik omheen kan.’
Hij haalde weer een paar keer diep adem. Puller keek Cole aan en ze keek naar hem terug. Het was niet erg warm in de kamer, maar hij zag zweetdruppels op haar voorhoofd. Een van die druppels gleed omlaag naar haar wang. Ze maakte geen aanstalten hem weg te vegen. Puller voelde ook een laagje zweet op zijn eigen gezicht.
‘Ventilatiekokers,’ zei Larrimore.
Puller ging rechtop zitten. ‘Oké.’
‘In het gebouw mocht je nergens stof en dergelijke laten ophopen, en in de lucht zat ook van alles wat we kwijt moesten. We hadden zo ongeveer het krachtigste ventilatie- en filtersysteem dat je in die tijd kon krijgen. We hadden ventilatiekokers aan de oost- en westkant. Het filtersysteem was enorm groot. Om allerlei redenen zat het niet in het gebouw zelf. De lucht werd erheen geleid, gefilterd en opnieuw in het gebouw in omloop gebracht. Om voor de hand liggende redenen had het gebouw geen ramen. Het was onafhankelijk van de buitenwereld. Het kon daar heel warm worden, vooral in deze tijd van het jaar.’
‘Ik moet precies weten waar die kokers zijn. En waar was het filtersysteem ondergebracht?’
‘Ik kan u ongeveer vertellen waar die kokers waren. Het is meer dan veertig jaar geleden dat ik daar voor het laatst ben geweest, jongeman. Mijn geheugen is niet perfect. Maar ik weet wel precies waar het filtersysteem was. En allebei de kokers kwamen daar recht in uit. En die kokers zijn groot. Zo groot dat een lange man er rechtop in kon staan.’
‘Waar zat het filtersysteem?’ vroeg Puller gretig.
‘Onder het brandweergebouw.’
Puller en Cole keken elkaar aan.
Larrimore zei: ‘Dat leek ons de beste plek daarvoor. Met filtersystemen heb je altijd het risico dat er brand uitbreekt. Als er iets misgaat, zijn er meteen mensen bij om er iets aan te doen. Het brandweergebouw was dag en nacht bemand. Het filtersysteem was van een alarm voorzien. Als zich een probleem voordeed, zouden ze het dus meteen weten.’
‘Hoe kom je vanuit het brandweergebouw bij het filtersysteem?’
‘Bent u daar geweest?’
‘Ja.’
‘Dan hebt u de houten kasten gezien. Ik bedoel die aan de rechterkant op de begane grond.’
‘Ja.’
‘Er zit een hendel achter een paneel op de binnenkant van de meest linker kast. Je ziet niet dat het er is, als je niet weet waar je moet kijken. Er zit een drukplaatje aan de binnenkant van die kast om het paneel open te krijgen. Dat plaatje bevindt zich aan de linkerkant in de bovenhoek. Achter het paneel zit een hendel. Als u die hendel overhaalt, schuift de hele rij kasten naar rechts. U ziet dan ook een trap die naar beneden gaat. Een knap stukje techniek. Over die trap komt u bij het filtersysteem. En vandaar kunt u bij de kokers komen.’
‘Ik stel dit erg op prijs, meneer Larrimore,’ zei hij.
‘Agent Puller, als u daar echt naartoe gaat, houdt u dan een paar dingen in gedachten. U moet een beschermend Hazmat-pak dragen met het krachtigste filter dat u kunt vinden. U moet een zaklantaarn meenemen, want er is daar geen licht. De plutonium- en uraniumkoeken zitten in roestvrije vaten met een bekleding van lood. Op de plutoniumkoeken zit een rood etiket met een doodskop, terwijl die met uraniumkoeken een blauw etiket met dezelfde doodskop hebben. We werkten op een gloednieuw terrein en moesten onze eigen tekens bedenken.’
‘Dus het zijn kóéken?’
‘Ja. De term ‘‘brandstof’’ is wat dat betreft misleidend. Het uranium en plutonium zien eruit als ronde koeken. Ze zijn radioactief op het hoogst verrijkte niveau. Maar plutonium is superradioactief. Als de personeelsleden iets met het spul deden, gebruikten ze beschermende schilden en robotarmen. Zelfs uw beschermende Hazmat-pak zal u waarschijnlijk niet volledig tegen directe blootstelling beschermen. En dan nog één ding, agent Puller.’
‘Ja?’
‘Ik wens u veel geluk. Dat zult u nodig hebben.’