·45·
Ze reden in Coles politiewagen naar het kantoor van Trent waar Molly Bitner had gewerkt. Onderweg belde Puller naar het bedrijf in Ohio dat bodemmonsters testte. Nadat hij was doorverbonden met twee verschillende mensen die hem niet konden helpen, gaf Puller een teken aan Cole dat ze moest stoppen. Ze zette de auto langs de kant van de weg en keek hem aan.
Puller zei in de telefoon: ‘Nou, laat me dan met een chef praten.’ Hij wachtte twee minuten en toen had hij weer iemand aan de lijn.
Puller legde de situatie uit en de persoon aan de andere kant van de lijn reageerde daarop.
‘Kunt u me iets door de telefoon vertellen?’ vroeg hij.
Puller luisterde en knikte. Hij vroeg om hun contactinformatie en noteerde die in zijn boekje. ‘Oké. Het gerechtelijk bevel komt eraan. Ik zou het op prijs stellen als u dan snel medewerking verleent.’
Hij verbrak de verbinding en keek Cole aan.
‘Dus er moet een gerechtelijk bevel aan te pas komen?’ zei ze. ‘Je zou toch denken dat bodemmonsters niet zo vertrouwelijk waren. Konden ze je iets vertellen?’
‘Alleen dat Matthew Reynolds degene was die opdracht had gegeven om de monsters te nemen. Hij betaalde per creditcard. En dat het om monsters van een organische materie ging. Ze wilden me niet vertellen waar die monsters vandaan kwamen of wat ze hadden ontdekt. Ik heb hun gegevens hier. Kun je de papierwinkel in gang zetten?’
‘Ik praat vandaag met de officier van justitie.’ Ze zette de auto weer in de versnelling en reed de weg op. ‘Het moet om grond uit deze omgeving gaan, nietwaar?’
‘Dat neem ik aan, maar we moeten zekerheid hebben.’
‘En waarom wilde hij het laten testen?’
‘Vervuilende stoffen,’ zei Puller. ‘Wat anders?’
‘Dus daar gaat het misschien om? Vervuiling?’
‘Nou, als ze zijn teruggekomen en Wellman hebben vermoord om dat rapport in handen te krijgen, ja, dan zou dat heel goed zo kunnen zijn. In elk geval moet het iets heel ernstigs zijn.’
‘We zijn hier in West Virginia, Puller. We hebben hier al ongelooflijk veel bodem- en watervervuiling. We kunnen het water niet eens drinken. De mensen weten dat. Je hoeft maar om je heen te kijken en de troep in de lucht te zien, en je weet al dat die lucht is vervuild. Ik zie dus niet waarom ze zeven mensen zouden vermoorden om iets geheim te houden wat iedereen al weet.’
‘Daar zit wat in, maar laten we het eens van een andere kant bekijken. Heeft Trent aanvaringen gehad met de Milieudienst?’
‘Er is geen steenkoolbedrijf in West Virginia dat nooit een aanvaring heeft gehad met de Milieudienst en de controleurs van de staat. De economie drijft hier op steenkool, maar er zijn grenzen.’
‘En als je over die grenzen heen gaat, kun je in de problemen komen?’
‘Ja,’ gaf ze toe. ‘Maar is dat het waard om zeven mensen te vermoorden, onder wie een politieagent? Als Roger een voorschrift heeft overtreden, moet hij een boete betalen. Dat heeft hij in het verleden vaak genoeg gedaan. Heel vaak. Hij heeft daar het geld voor. Hij hoeft geen mensen te vermoorden.’
‘En als het nu eens om meer gaat dan het overtreden van een voorschrift?’
‘Wat bedoel je?’
‘Je zei dat als er steeds meer mensen doodgingen aan kanker, Trent misschien met veren en pek de staat uit zou worden gejaagd. Vervuild water, ziekte, misschien kinderen die doodgaan. Dat kan de ondergang worden van zijn hele onderneming. Hij raakt alles kwijt, ook dat grote huis en zijn privévliegtuig. Misschien gaat hij ook naar de gevangenis, als wordt aangetoond dat hij ervan wist en niets deed. En misschien is dat precies waar iemand bij toeval achter is gekomen, en wilde Trent diegene de mond snoeren.’
Cole keek niet overtuigd. Pas na een paar kilometer verbrak ze de stilte.
‘Maar hoe zouden de Reynolds’ daarbij betrokken kunnen zijn? Van Bitner kan ik het begrijpen. Die werkte op een van de kantoren van Trent. Misschien had ze iets ontdekt. Iets gehoord. Iets in een dossier of op een computerscherm gezien wat niet voor haar bestemd was. Maar waarom heeft ze dan niet gewoon zelf dat bodemmonster opgestuurd? Waarom maakte ze gebruik van de Reynolds’?’
‘Misschien dacht ze dat iemand iets van haar vermoedde. Ze gebruikte de Reynolds’ als tussenpersoon om haar eigen betrokkenheid geheim te houden. Ze woonden tegenover elkaar. Misschien maakten ze weleens een praatje en werden ze een soort vrienden. Ze zien Matt Reynolds in zijn uniform. Hij is iets officieels. Hij is militair. Werkt in het Pentagon. Heeft gezworen zijn land te beschermen. Ze denken dat hij hen met al zijn connecties misschien kan helpen. Hij is bereid het te doen. Maar dan komt iemand erachter. Ze sturen een stel moordenaars. Die elimineren beide gezinnen.’
‘Veel vuurkracht. Ik kan me moeilijk voorstellen dat Roger een team van moordenaars tot zijn beschikking heeft.’
‘Hoe weet je dat? De gevechten tussen mijnbedrijven en vakbonden kunnen heel fel zijn. Hij heeft al beveiliging. En Jean heeft me verteld dat hij een wapen bij zich heeft. Wil je beweren dat hij geen gewapende kerels in dienst heeft om allerlei dingen voor hem te doen? Intimidatie? Afschrikkingstactieken?’
‘Als je aan dagbouw doet, heb je niet zoveel met vakbonden te maken, want je hebt geen mijnwerkers die onder de grond moeten om de steenkool eruit te halen. Dus dat soort conflicten hebben we hier niet veel. Het vakbondsgebouw is zelfs al jaren dicht.’
‘Ik geef toe dat het een theorie is waaraan we nog moeten werken. Laten we hopen dat we op Bitners werkplek iets ontdekken. En we moeten dat drugslab niet vergeten. Als dit iets met drugshandelaren te maken heeft, moeten we daar zo gauw mogelijk achter komen.’
‘Dat drugslab kan dit alles volgens mij veel beter verklaren dan de mijnbouw. Drugs, wapens en geweld gaan hand in hand.’
‘Maar dan heb je nog geen verklaring voor dat bodemmonster. En je weet niet wat de Reynolds’ ermee te maken hadden. Of waarom Wellman is opgehangen.’
‘Het begint me te duizelen. Oké, laten we ons concentreren op wat we nu gaan doen. Hoe pakken we het in Bitners kantoor aan?’
‘We stellen directe vragen en hopen op even directe antwoorden. We houden onze ogen en oren open. Alles wat we daar te zien krijgen, is meegenomen.’
‘Nou, als je gelijk hebt en als het bedrijf al die mensen heeft vermoord om iets geheim te houden, denk ik niet dat Bitners collega’s ons veel zullen vertellen. In dat geval zullen ze doodsbang zijn.’
‘Ik heb nooit gezegd dat het gemakkelijk zou gaan.’