Zussen

 

 

 

 

 

 

Drie meiden op een rij, alle drie lang, golvend haar, twee blond, eentje donker. Zussen. Tegenover hen: hun ouders. Vader groot, breed en grijs, moeder petite, zoals de Fransen dat zo treffend zeggen.

Bistro Het Gerecht, Groningen.

Een stille avond in december.

Twintig, achttien en vijftien zijn de meiden. De jongste mag nog geen alcohol drinken, zij heeft een glas cola naast haar bord staan. De andere twee nippen van een glas wijn.

Het is gezellig, dat is zeker. Af en toe kijken pa en ma elkaar trots aan. Wat een mooi rijtje meiden hebben ze. De dames giechelen veel, soms vertelt een van hen een anekdote.

Hoofdgerecht op.

Er mag niet gerookt worden in het restaurant, wel in de aanpalende bar. De oudste zus staat als eerste op, de twee anderen volgen. Ze dragen alle drie een kort rokje, zwarte panty’s, hoge laarzen, een iets te kort zwart truitje dat ze alle drie terwijl ze opstaan strak naar beneden trekken. Pap kijkt mama aan – kunnen die truitjes niet wat langer, moet dat nou, die blote navels?

Mam haalt de schouders op.

En ze glimlacht – zo’n milde, berustende glimlach die wil zeggen dat ze over de kleding van haar meiden al tijden niets meer te zeggen heeft, maar dat ze alle vertrouwen in hen heeft.

‘Wie gaat er mee naar de wc?’ vraagt de oudste.

In ganzenmars gaan de dames naar de toiletten, en als ze terugkomen, hebben ze hun lippenstift bijgewerkt en hun haar nog mooier zitten. Ze marcheren door naar de bar, waar de oudste een Marlboro light opsteekt en de jongste haar mobieltje tevoorschijn haalt om haar berichten te checken.

‘En, nieuws?’ vraagt de middelste.

‘Euh, nee,’ antwoordt de jongste – maar ze bloost wel.

De oudste ziet het, en stoot haar plagerig aan. ‘Heb je nou eindelijk een vriendje?’

De jongste zegt niets. Haar vingers dansen over de toetsen van haar telefoon.

‘Al een tijdje, joh,’ zegt de middelste. Ze hangt op exact dezelfde manier aan de bar als haar oudere zus. Zo jong nog, en zo ervaren in het nonchalant, maar toch zelfbewust hangen, knap is het eigenlijk, en dat vindt ook hun vader, die vanuit het restaurant zo nu en dan naar zijn dochters kijkt. Vrouwen zijn het, geen kinderen meer, ja, hij is er mooi klaar mee.

‘Echt waar?’ dringt de oudste aan bij de jongste. ‘Sinds wanneer? Wie is het? Is hij leuk? Heb je het...’

De jongste knikt. ‘Niet tegen papa en mama zeggen, hoor,’ zegt ze, en in haar hand licht het schermpje van haar mobiele telefoon op, een berichtje komt binnen.

‘Die weten het al,’ meldt de middelste.

‘Nee!’ schrikt de jongste.

Haar zussen lachen, en gedrieën kijken ze even naar hun ouders die verderop zwijgend van hun wijn drinken. Of ze weten alles, of ze leven in onwetendheid, het maakt niet uit, het zijn tóch hun ouders. De jongste leest haar bericht en stuurt een sms’je terug. De oudste zus maakt haar sigaret uit. ‘Kom, we gaan weer zitten,’ zegt ze.

De dames trekken hun truitjes over hun navels en lopen het restaurant weer in. Hun hakken tikken ritmisch op de vloer, uit de keuken komt de ober met de nagerechten.